Een tijdje geleden liep ik met Jack in het zonnetje en hoorde een kind huilen. Met een geagiteerde stem van de moeder dat ze maar gewoon een paar laarzen moest aandoen. Waarop het kind nog harder begon te huilen. Vervolgens zag ik ze gehaast wegfietsen, beide met een gebogen gespannen rug.
Een stukje verder fietste een vader en een kind me voorbij. Aan het einde van de straat viel het kind van zijn fiets. Hij stond vlot weer op, “geen pijn papa”. De vader zei met een combi van schrik en ongeduld dat hij al zo vaak had gezegd om niet te dicht bij de rand te fietsen en dat hij moest oppassen tijdens het fietsen. Het kind begon hartverscheurend te huilen.
Zomaar twee gebeurtenissen die we allemaal kennen. Een ouder en een kind, allebei met een verwachting en idee, die niet helemaal overeenkomen. Bezorgdheid die er net iets te hard eruit komt, hoorbare onmacht, stress of haast die een averechts effect heeft. Wat je best door hebt, alleen kost het even tijd om te kunnen stoppen.
Soms zijn er van die dagen dat het gewoon niet lekker loopt. Het begint al gelijk bij het opstaan. Dat zijn van die dagen. We hoeven niet perfect te zijn. We doen ons best om het zo goed mogelijk te doen. Als je dat weer beseft, dan kan zo’n slecht begonnen dag best redelijk verlopen. Je gaat dan mee in wat er kan.
Soms hebben we er wel invloed op, maar hebben we niet naar ons lijf of innerlijke stem geluisterd. Zijn we te laat op of juist uit bed gekomen, te lang doorgegaan, met ons hoofd al ergens anders dan ons lijf, willen we teveel in korte tijd, overvragen we ons kind of luisteren we niet goed naar zijn behoefte. Soms zijn we bezorgd, maar zeggen we boze dingen. Ons kind laat ons dat dan feilloos zien. Door net die andere sokken aan te willen of laarzen die je niet kunt vinden. Hard te huilen om spanning te ontladen. “Opeens‘ de hakken in het zand te zetten en niet mee te willen, op de grond te gaan liggen of maar blijven zeuren om iets lekkers of een scherm.
Als de emoties wat gezakt zijn, weet dat je veelal wel. Haal een paar keer diep adem. Bekijk wat je de volgende keer anders kan doen en wat er nu nodig is om te komen waar je naar toe moet. Meestal ben je wel op tijd of zijn die paar minuutjes die je extra hebt genomen achteraf goud waard. Want je hebt even weer goed gezien wat je kind nodig heeft en wat jij nodig hebt. Bedenk dat ook je kind tijd nodig heeft om in de door jou gewenst richting te kunnen bewegen als hij wat anders wilde. Eerst moet er wat spanning uit en dan kan je kind meebewegen. Net zoals jij tijd nodig hebt om je frustratie los te laten, om weer te kunnen meebewegen met je kind.
Bevind jij jezelf de volgende keer in zo’n situatie met je kind, partner of collega? Haal een paar keer diep adem. Stap als het ware even uit de situatie en dan weet je wat je kunt doen. Misschien niet perfect, wel goed genoeg!
Fijne dag!
Geralda