Op mijn vraag hoe het gaat, zegt ze “goed”. Daar neem ik alleen geen genoegen mee en vraag dus door. Want wat bedoel je eigenlijk met goed? Wat voor jou goed is, heeft voor mij misschien een heel andere invulling. Is het je standaard antwoord, al gegeven zonder dat je er echt bij nadenkt? Of heb je geen zin om aan te geven hoe het écht gaat? Ik snap dat je niet iedereen alle ins en outs wil vertellen, maar meestal is het antwoord bedoeld om zo snel mogelijk weer door te gaan. Liever veranderen van onderwerp of aanhoren hoe het met je gesprekspartner is, dan nadenken hoe het echt is met je. Of heb je gemerkt dat die ander eigenlijk niet zo goed luistert naar jouw antwoord.
Meestal hoor ik op mijn doorvragen, nou ja gewoon. Zijn gangetje. Nou vind ik dat persoonlijk nogal een verschil; gaat het goed of gaat het zijn gangetje. Dan gaat er bij mij van alles rinkelen. Zijn gangetje? Is dat ok voor jou? Het roept zoveel vragen bij mij op. Bovendien weet ik dan nog niks. Want wat is jouw gangetje? Daar kan ik een beeld bij hebben voor mezelf, maar heel anders voelen voor jou. Dus daar komen ze ook niet mee weg. Gek worden ze ervan. In het begin dan.
Het zijn vragen waardoor je woorden leert geven aan je gevoel; hoe het is voor je, hoe je het ervaart of beleeft. Dát zegt mij namelijk wel wat. De vrouwen die bij me komen vinden het juist lastig om naar hun gevoel te gaan en helemaal om er woorden aan te geven. Ze zijn meer gewend om uit hun hoofd te praten. Aan de oppervlakte te blijven. En dat mag.
Afgelopen week had ik daarover een intens gesprek met een cliënt. Ze wilde meer rust in haar hoofd, lijf en gezin. Er werd teveel beroep op haar gedaan en paste zich maar aan iedereen aan. Daar had ze genoeg van; het iedereen naar de zin te maken, maar zichzelf vergeten. We waren op een punt beland dat ze op de bank heel goed kon voelen wat ze nodig had, maar het lukte haar niet om thuis beetje uit te proberen.
Vaak maken we het in ons hoofd groter dan het is. Zien we allemaal beren op de weg. Meestal is het angst. Bang hoe de ander reageert. Bang om jezelf kwijt te raken. Er zoveel verdriet of boosheid naar boven komt dat het je overspoelt. Bang voor de angst van wat er zou kúnnen gebeuren.
Ondertussen laat je van buiten iets anders zien dan je van binnen voelt. Dat doet geen recht aan jou op dit moment. Sterker nog, je ziet jezelf niet echt. Hoe kan de ander jou dan zien?
Wat er opvalt (en dat is altijd zo) is dat je op andere gebieden wel kleine stapjes neemt om een verandering in gang te zetten, zonder dat je de uitkomst weet, die je uitdagen of waar je niet altijd zin in hebt.
Denk maar eens aan sporten. Daar vinden we het heel gewoon dat je eerst wat spierpijn krijgt, als je lang niets hebt gedaan. Dan snap je dat je niet gelijk 10 kilometer achter elkaar moet gaan rennen. Dat moet je opbouwen. Voor je spieren, je gewrichten en je banden. Maar ook voor je hoofd. Want motiveer je zelf nog maar eens om je hardloopschoenen aan te trekken als je een week amper kon lopen na zo’n piekbelasting.
Je hebt ook niet elke keer zin om te gaan hardlopen. Soms is het doorzetten en soms merk je na afloop dat het je echt goed heeft gedaan. Na verloop van tijd merk je dat het iets makkelijker gaat. Er zijn positieve bijkomstige veranderingen; net iets vlotter de brug op fietsen, je broekband zit ietsje ruimer, je voelt je fitter. Misschien voel jij je zelfs wel sexyer.
Zo gaat dat ook met leren hoe je minder aanstaat, met meer rust in je hoofd en lekkerder in je vel. Het zijn dezelfde stapjes. Toelaten van je gevoel, durven experimenteren met ander gedrag. Bijvoorbeeld niet gelijk ja zeggen of een blokje tijd voor jezelf vrij te maken. Ook al ben je dan onrustig, ook weet je honderd dingen om te doen en doe je uiteindelijk niets, omdat het zo onwennig voelt.
En als iemand nu aan je vraagt hoe het met je gaat, wat is dan je antwoord?
Liefs, Geralda
Er zijn nog zo veel meer kleine dingen die je kunt doen en laten om minder in je hoofd te zitten. Om die uitknop in te zetten. Die niet moeilijk zijn en goed in te passen zijn in je drukbezette leven. Ik kan je er een paar geven als je wilt, laat maar weten.