Opeens overvalt het me. Ik fiets op de dijk en voel meer dan 1 Maxima traan over mijn wang gaan. Ik laat het gaan. Het zijn geen tranen van verdriet, meer van wat er allemaal wél is. Hoe fijn de kleine gesprekjes zijn, de roast die tegelijk grappig en scherp is, de knuffels, hoe trots ik op mijn meiden ben. Loslaten van iets waar je van geniet is zoveel meer dan alleen verdrietig.
Later die ochtend komt in de sessie met een cliënte naar boven hoe lastig ze het vindt om niet door de gangen van haar werk te lopen alsof ze te laat is en dat ze altijd (ook nu) op het puntje van haar stoel zit. Klaar om iets te doen. Haar lijf laat haar veel spanning voelen bij haar borst en keel.
We blijven bij die spanning op een zachte manier. Ze geeft aan dat ze bang is om zichzelf krijt te raken. Ze is zo gewend aan dat overactief zijn. Meer nog, ze geniet van dat dynamische deel van haar. Vlot dingen voor elkaar krijgen, actie en snelheid. Wie is ze nog als dat weg valt? Ze moet er net aan denken dat ze alleen maar rustig op een matje moet zitten of dat alles traag gaat.
Tegelijk is dat gejaagde gevoel zo onrustig, weet ze dat het niet goed voor haar is, baalt ze van haar veel te korte lontje en hoe alle gedachten het genieten van de leuke dingen overschaduwd.
Ik zie het als snoeien van een grote iets te weelderige kastanjeboom. Je haalt niet de hele boom weg, je zorgt ervoor dat ook de grond om de boom licht en water kan krijgen zodat daar ook bloemen kunnen groeien. Door de onrust en gejakker om te vormen komt er energie vrij waardoor je lekker voluit kan gaan. Niet gedreven vanuit onrust, maar vanuit ontspanning.
Je hoeft geen ander persoon te worden om je actieve kant en je ontspannen kant beter samen te laten werken. Het loslaten van het oude bekende is spannend, er zitten namelijk ook altijd fijne kanten aan die je gediend hebben. Dat erkennen geeft ruimte voor jezelf zijn zoals jij je van binnen kent. Degene die wel een langer lontje heeft, geen geknepen gevoel in haar keel én energie om voluit te gaan.
Dan kan je rustig door de gangen lopen en achterin je stoel zitten. Met een voldaan gevoel, want het werk is gedaan en je hebt wat betekent voor de ander.
Het begint bij voelen. Voelen doe je in je lijf. Voelen wat je graag zou willen. Voelen hoe dat gejaag en gejakker je heeft geholpen. Hoe je er van genoten hebt. Zodat je kan loslaten waar je teveel op dat stuk bent gaan vertrouwen, maar wat je nu vastzet. Dan komt er ruimte, in je borst, in je lijf, in je hoofd.
Liefs, Geralda