Ik heb nog zoveel te doen

Daar staan we weer met z’n tweeën op te ruimen en af te wassen wat niet meer in de vaatwasser past na het eten. Ergens ons af te vragen waar het mis is gegaan. Wat is er gebeurt met vele handen maken licht werk en gezellig samen opruimen.  Ik heb nog zoveel te doen is bijna het standaard zinnetje geworden na het eten. Student met elke week deadlines, examens die begonnen zijn en de zomerse avonden nodigen echt nog uit tot een potje voetbal voor de jongste.

Ik heb nog zoveel te doen. Het zinnetje alleen al ademt stress. Je voelt letterlijk een druk op je borst komen en een soort van onrust dat je nu echt wat moet gaan doen. Het is ook een teken dat je het overzicht wat kwijt raakt. Een beetje uitzoomen om een onderverdeling te kunnen maken tussen prioriteit en wat leuk is maar niet noodzakelijk vervaagd. Je gaat harder lopen om het dan zelf maar te doen. Ergens zit het idee vast geworteld dat het dan sneller gaat, want vragen kost tijd en voordat het dan gebeurt…. Het is het steeds richten op wat er nog niet is, wat er nog moet gebeuren of beter kan.

Er is altijd iets wat beter kan, er zullen altijd nog dingen moeten gebeuren of wensen zijn. Zoals je ook altijd fouten zult maken, vergissingen maakt, dingen niet weet of zelfs vergeet. Hoe hard je ook je best doet, hoeveel kennis je vergaard of lijstjes je maakt. Door voortschrijdend inzicht zul je een presentatie of verslag nu al anders doen dan een week geleden.

Aanvaarden dat je dat niet kan voorkomen en voelen wat dat met je doet is het begin om minder last te hebben van die stress. Dan zit je er minder bovenop en komt er ruimte om te leren hoe niet zo opgejaagd wordt door je gedachten, overtuigingen of verwachtingen.

Het vervolg is je richten op wat er wél is, wat je wel kan doen en wat voldoende is voor nu. Je bewust zijn van innerlijke helpers en bekrachtigers. Bijvoorbeeld je gestructureerdheid, je positiviteit of je creatieve oplossingen. Je kan die vaardigheden dan weer inzetten op een manier die je letterlijk verder helpt en met een goed gevoel.

Als je in de stress zit ga jij jezelf juist vastzetten in die eigenschappen. Dan zoek je naar teveel controle, wuif je ongemakkelijke dingen weg en ben je steeds druk in je hoofd hoe het anders moet. Waardoor je én niet in het huidige moment met je aandacht bent én stress als een sneeuwbal groter wordt.

Dat is dus precies wat balans is. De beweging tussen je best doen en weten wanneer dat voldoende is. Voelen van de frustratie, onmacht, verdriet en boosheid als het niet lukt of gaat zoals je graag zou willen. Jezelf niet op de kop geven, tijd nemen om te herstellen en afstand nemen, zodat je (andere) mogelijkheden kan gaan zien. Richten op wet er wél is, zonder je ogen te sluiten voor wat er niet is.

Misschien vind je een potje voetbal niet onder ik heb nog zoveel te doen vallen. Het potje voetballen zorgt er bij de jongste wel voor dat alles wat hij moet en van hem gevraagd wordt op school beter kan handelen. Het is in die zin een levensbehoefte voor hem, hij beweegt stress uit zijn lijf en voorkomt een stapeling met boze buien tot gevolg (want de stress moet er toch uit). Het neutraliseert het gevoel van zoveel te doen hebben.

Wat kan jou helpen jouw korte lontje te verlengen?

Liefs, Geralda

Plaats een reactie