“Jij doet het zelf ook!” Directer een spiegel voorgehouden krijgen is er niet. En als je even voorbij je eigen emoties kan gaan en die van je kind of van een ander die dit tegen je zegt, zie je dat er op zijn minst een kern van waarheid in zit. Want dat is vaak zo.
Als je zelf liever niet wil dat je kind veel op een schermpje zit, ga eens na hoeveel je er zelf op zit. Tussendoor even het nieuws, FB, insta of je mail checken. Maar dat dan meerdere keren per dag of tijdens het eten. Of totdat je gaat slapen, terwijl je niet goed vind dat je kind tot vlak voor het slapen naar een schermpje staart. Want dat is niet zo goed voor het slaappatroon. Waarom zou dat voor jou anders zijn?
Als je graag wil dat je kind meer buiten speelt; hoeveel ben je zelf buiten, in verbinding met de natuur? Welke woorden gebruik je als iets niet gaat zoals je wil of als je het ergens niet mee eens bent? Hoeveel “rommel”(of noem het speelgoed) laat je zelf rondslingeren? Hoe consequent hou jij je afspraken, ben je duidelijk over wanneer je iets gaat doen en doe je dat ook? Hoe makkelijk vind jij het om te stoppen waar je mee bezig bent, als je eigenlijk af gesproken had iets anders te doen?
Een ander en zeker je kind kan de vinger heel precies op de zere plek leggen en je aanspreken op onbedoeld inconsequent zijn. Het kan zijn dat je vind dat er een verschil is tussen je kind en jezelf. Er kunnen vele redenen zijn waarom jij het wel mag en je kind niet of waarom je het bij de ander afwijst.
Alleen je kind leert door na te doen. Bovendien is het voor een ander (en zeker voor je kind) soms moeilijk om te begrijpen waarom het verschil er kennelijk is.
Het lastige is dat je ergens wel voelt dat het niet helemaal klopt. Je wordt niet voor niets geïrriteerd. Je hoofd geeft je vele redenen om het goed te praten en zo kom jezelf in een soort spagaat. Achteraf als de wolken van emotie wat zijn gedaald, bedenk je dat het inderdaad niet helemaal fair is en je neemt je voor om het anders te doen.
De ene keer is dat voldoende om het ook echt anders te doen en de andere keer blijkt dat toch lastiger dan gedacht. Er speelt dan een andere kracht, namelijk dat er een reden is waarom je het blijft doen. Een onderliggende onbewuste een pijn, gemis of wens die gezien wil worden en losgelaten of voldaan mag worden. Zodat het een bewuste keuze kan zijn om zelf wel het gedrag te vertonen, wat je bij je kind niet ok vindt. Dan zit er geen emotie meer op en kun je neutraal zijn in je uitleg naar je kind. Waardoor hij of zij het ook makkelijker kan aannemen en is het geen issue meer.
Of je kan het gedrag loslaten, er hoeft niets meer verstopt, verdoofd of genegeerd te worden. Hoeveel vrijer is dat? Je kind kan het ook laten, omdat je het voorbeeld zo mooi laat zien.
Houdt dit stuk je een spiegel voor? Wil je er hieronder iets over delen?
Geralda