Tussen de regeltjes door

Gisteren was het praktisch verkeersexamen. Gespannen koppies op de fiets, alle regels proberen zo goed mogelijk uit te voeren. Ik mocht koffie en thee rondbrengen langs de verschillende controle posten. Lekker op de geleende bakfiets de route volgen en ondertussen zien hoe de kinderen het deden. Sommige ouders gaven ze een bemoedigend woordje mee (waaronder ik) en andere bleven stil om ze vooral niet uit hun concentratie te halen af te leiden

Na de schooldag liep ik met mijn zoon naar huis, beetje kletsend over hoe hij het had ervaren. Hij kwam tot de conclusie dat hij het wel goed had gedaan. Op een gegeven moment vroeg hij of de hulpouders de opdracht hadden gekregen om iets te zeggen. Het kwartje viel meteen. Hij ging er vanuit dat bij de posten die wat hadden gezegd hij het goed had gedaan en bij de andere het niet goed of minder goed had gedaan.  

Hoe belangrijk is om óók vanuit het perspectief van de ander te blijven denken en voelen. Wij, ouders, dachten de kinderen een bemoedigend steuntje in de rug te geven met onze woorden. Maar sommige kinderen zagen daar een “ik heb het goed gedaan” in (of bij geen woordje: “niet goed gedaan”).

Dat is natuurlijk het laatste wat moeders hun kinderen willen meegeven. Veelal omdat ze daar zelf nog steeds last van ondervinden. Jezelf vaak op de kop geven dat je het niet goed doet als moeder, als er weer eens strijd is met je kind. Die zeurderige echo in je hoofd dat het beter kan, waardoor je nog harder je best gaat doen.  Of dat het niet goed genoeg is, of het nou om aandacht, traktaties, leuke dingen doen, het eten dat je gekookt hebt, het maakt niet uit.

Iedereen heeft verwachtingen hoe je hoort te handelen, je maakt je eigen unieke set van regeltjes. Sommige klein en sommige groot. Sommige serieus, sommige misschien wel onzinnig. Je hoort je huis opgeruimd en schoon te hebben als er bezoek komt. Een broek mag niet meer dan 100 euro kosten. Zonder koffie ben ik niet te genieten. Eerst het werk af en dan relaxen. Ik moet het zelf kunnen. Mijn kinderen moeten zich gedragen bij anderen. Twee keer per dag tandenpoetsen. Ik mag anderen niet tot last zijn. Met de feestdagen ga je naar familie. Ik moet op tijd komen. Je hoort je okselhaar te scheren. Ik moet maandelijks een boek lezen.

Er komen vast nu ook een heleboel regeltjes bij jezelf omhoog. Op zich is er niks mis met regeltjes. Je kan je voorstellen dat sommigen je ook wel kunnen beperken of in de weg zitten. Bijvoorbeeld regeltjes over hoe jij vind dat je als moeder zou moeten zijn. Of die je gewoon hebt overgenomen van je ouders, maar eigenlijk niet (meer) bij je passen. Hoe meer je ervaart dat bepaalde zelfopgelegde regeltjes niet meer passen, hoe makkelijker het wordt om er een beetje losser mee om te gaan. Je het leven iets luchtiger ervaart en meer kan genieten van al het moois om je heen.

Welk regeltje volg jij, maar vind je diep in je hart stom?

P.S Met de kinderen is het met het verkeersexamen goed gekomen. Ze zijn allemaal geslaagd. 😊

Liefs, Geralda

Plaats een reactie