Ik zit naast haar. Ze praat over het kleedje dat op tafel ligt en het mooie systeemplafond. Ze vraagt me ongeveer elke drie minuten hoe de plant heet die voor haar staat. Ze vind het een prachtige plant. Ik heb het net voor haar meegenomen, maar dat weet ze niet meer. Evenals wie ik ben.
Ze is nog altijd de verzorgde dame met spierwit haar, gelakte nagels en een prachtig pakje aan. Zo herinner ik me haar ook. De kleur van haar kleding doet iets voor haar huid, haar en ogen.
Ik pak haar hand en hou het vast. Na een tijdje aait ze over mijn hand. We praten telkens in hetzelfde rondje. Met mijn hand voel ik dat ze van binnen nog steeds de oudtante is die ik ken. Dat vind ik fijn. Onze handen spreken een andere taal dan onze woorden. Loze woorden lijken het, oppervlakkig en niet samenhangend, steeds herhaald. Onze handen spreken binnenwereld taal.
We hebben wezenlijk contact. We zitten fijn zo dichtbij elkaar. Het is aangenaam en vertrouwd.
Als ik weg wil gaan, kijkt ze me ineens indringend aan en pakt mijn hand stevig vast. “Zorg jij wel goed voor jezelf? Dat moet je doen hoor, niet alleen voor anderen zorgen”.
De buitenwereld en de binnenwereld komen even samen. Ze raakt me, in mijn ziel. Het is zo waar. Maar hoe kan zij weten dat dit speelt bij mij?
En weg is ze weer.
Enigszins verward en tegelijk diep voldaan ga ik naar huis. Dit was écht contact. In een vergevorderde fase van dementie. Dat kon door het aanwezig zijn in zowel het luisteren naar de woorden als in het fysieke contact. Zonder invulling afstemmen in het praten en met mijn handen. Daardoor heb ik kunnen voelen dat ze nog steeds mijn oudtante is die ik ken van vroeger. En geeft ze me een hartverwarmend afscheidscadeau.
Waarom ik dit nu met je deel? Voor mij gaat het over contact maken. Je eigen sh*t even parkeren om open te kunnen staan voor de ander. Dat is iets wat niet alleen universeel is, maar vooral in deze tijd essentieel.
Voor mij gaat dit dus óók over contact met je kind. Echt contact maken. Voorbij de boosheid kijken, voorbij het tegendraadse, het lastige. Naar de woorden luisteren en er tussendoor. Dan kun je horen en voelen wat óók is. Opstandig vanuit gevoeld onrecht? Boos vanwege grenzen? (dit is een doordenker) Lastig vanuit een zoeken naar het op je eigen manier mogen doen?
Het gaat niet om gelijk hebben. Het gaat erom of het er mag zijn. Het aanhoren. Sámen zoeken naar wat recht doet aan beiden, respecteren van ieders grens, naar welke ruimte er mag en kan zijn voor eigenheid. Ook met je kind.
De belangrijkste verhalen worden vaak tussendoor verteld, in een paar zinnen. Je mist het als je niet oplet. Kleine dingen in het dagelijks leven kunnen een dag makkelijk negatief óf positief kleuren. Ongeduld en haast bij het aantrekken van een jas bijvoorbeeld. Help je kind met zachte handen in zijn jas, in het tempo waarin je kind kan volgen. Voel het verschil.
Het is niet moeilijk. De energetische navelstreng is er met ons kind. Je hoeft het alleen maar te voelen. Afstemmen, ruimte geven.
Mensen met dementie en kinderen kunnen er niets aan doen, zij staan open. Het is er. Zij zijn er. We hoeven alleen maar contact te maken. Geven en ontvangen. Van hart tot hart. Van ziel tot ziel.
Heeft dit je een inzicht gegeven of iets bij je geraakt? Ik zou het leuk vinden om te horen.
Liefs, Geralda
Mijn lieve collega Janneke Borghans (jannekeborghans.nl) heeft zich gespecialiseerd in mensen met dementie. Zij praat er met zoveel liefde, passie en kennis over. Ze laat zien hoeveel meer er is dan wat er niet meer is. Janneke schrijft prachtige blogs. Lees ze vooral als je een vader, moeder of tante hebt die dementeert of vertel het tegen iemand die dat heeft. Volgende week geeft ze de cursus Cranio in de wereld van dementie. Ik mag daar deel vanuit maken. Ik kijk er enorm naar uit. Vanuit een heel ander blik kijken en ervaren, maakt dat ik ook weer groei in mijn werk en als mens. Dat heb ik wel van mijn tante geleerd.